Portret fotografie
Lenzen
Goede lenzen voor portretfotografie zijn lichtsterke lenzen, bijvoorbeeld een 50mm f/1.8 lens of een 85mm f/1.8 lens.
Spontaan
Spontane fotografie, of mensen stiekem fotograferen op straat. Gebruik groothoeklens of klein diafragma (f11) zodat foto’s niet onscherp worden.
Vraag toestemming
Geposeerd
Een relatie opbouwen
Niet alleen focussen op techniek, praten met model is ook belangrijk, zodat het model ontspannen is.
Aanwijzingen geven.
Lichaamstaal
Mensen zijn vaak nerveus, maak grapjes, leidt af
Compositie
Belangrijk bij het fotograferen van mensen is dat de ogen scherp zijn. Aan de ogen en het gezicht kan veel worden afgelezen, is iemand blij, boos, verdrietig of vermoeid.
Ogen
Bij het maken van een portret richt ik de lens daarom eerst op de ogen en houd de sluiterknop ingedrukt terwijl ik de compositie wijzig, zodat de focus op de ogen blijft. Je kunt dan het beste kiezen voor een ‘one shot’ focus instelling.
De ogen zeggen erg veel in een portret. Door je onderwerp in de lens te laten kijken krijgt de kijker een meer persoonlijke band met de geportretteerde. Het kan echter ook juist interessant zijn om je onderwerp niet naar de camera te laten kijken, soms ziet de foto er dan spontaner uit of maakt het voor de kijker interessanter omdat deze er nu bij moet bedenken waarom diegene lacht of wat er te zien is buiten het beeld. De kijkrichting kan er echter ook voor zorgen dat van het echte onderwerp wordt weggeleid.
Door je onderwerp naar iets, bijvoorbeeld een object, binnen het kader te laten kijken leg je een relatie tussen het onderwerp en het object. Op deze manier creëer je een tweede onderwerp in de foto waarmee je meer een verhaal kunt vertellen. Hiermee zeg je bijvoorbeeld iets over iemand’s hobby, beroep of leefstijl.
Scherptediepte
Als je een laag f getal gebruikt = weinig scherptediepte en dus snel onscherp.
Als iemand niet stil kan zitten, bijv een kind, gebruik dan hoger getal, bijv. f 8 of 11 en zorg dat het model verder van achtergrond is verwijderd voor onscherpe achtergrond.
Achtergrond
Let, ook al ben je meer met de mensen bezig, altijd op de achtergrond. Zorg ervoor dat er geen storende details in voor komen. Om dat te vermijden maak je gebruik van een zo sereen mogelijke achtergrond. Dat kan je bereiken door één bepaalde kleur uit te kiezen of door te spelen met de scherptediepte. Wanneer die zo klein mogelijk gehouden wordt, dan blijft de achtergrond onscherp.
Een simpele compositie is vaak het meest effectief, neem alleen de belangrijkste elementen op in de foto en verwijder de overbodige elementen. Dit kun je bereiken door verder in te zoomen, maar ook door van locatie of gezichtspunt te wisselen.
Voor of opzij
Veel portretfoto’s worden, misschien wel begrijpelijkerwijs, recht van voren genomen. Het kan echter interessanter om een creatieve positie te kiezen, bijvoorbeeld door juist een extra lage of hoge positie te kiezen. De ongebruikelijke hoek zorgt voor extra interesse.
Handen en voeten
Maak bij je compositie een bewuste keuze om handen, armen, benen en voeten wel of niet in de foto op te nemen. Een foto waarbij iemand net boven de knie wordt afgesneden of waarvan de vingers net buiten het beeld vallen ziet er vaak niet goed uit. Wil je de ledematen niet opnemen, zorg er dan voor dat ze eerder buiten het beeld vallen, zodat het geen ongeluk lijkt als ze er niet in zitten. De kijker zal in veel geval de missende elementen ook zelf aanvullen.
In uitzoomen
Door iets meer uit te zoomen laat je meer van de ‘natuurlijke leefomgeving’ van een persoon zien. Een groothoeklens kan drama toevoegen. Let er echter wel op dat onderwerpen aan de rand van de foto meer vertekend worden dan in het midden van de foto. Dit wil je misschien niet proberen met het gezicht van je vriend(in), hoewel een grote neus of mond juist ook weer een aparte draai aan een foto kan geven.
De compositieregels.
Voor portretfotografie kun je alle ‘compositieregels’ toepassen, plaats je onderwerp op een op 1/3 of 2/3 van links in de foto, zorg er voor dat er ruimte is in de kijkrichting, etc. Het kan echter net zo effectief zijn om een persoon direct in het midden van de foto te plaatsen of een groot deel van het gezicht af te snijden.
Bedenk ook dat je portretfoto’s niet in de portretstand hoeft te nemen, soms kan juist een landschapsformaat helpen de foto interessant te maken. Elke compositie heeft zijn eigen ideale formaat, probeer te experimenteren en de formaten af te wisselen.
Vervorming
Zorg ervoor dat een gezicht niet vervormd. Neem desnoods meer afstand. Daarom moet je voor close-up portretten een afstand van minimaal 1 meter aanhouden en een telelens van rond 100 mm gebruiken
Belichting
Let er bij het fotograferen buiten op dat het gezicht van je model niet richting de zon staat, anders loop je het risico dat hij/zij met samengeknepen ogen op de foto komt te staan. Laat het gezicht iets draaien of zoek een plekje in de schaduw.
Direct flitslicht geeft een hard karakter aan het portret. Maak daarom zo veel mogelijk gebruik van het aanwezige natuurlijk licht. Sterk zonlicht heeft hetzelfde effect als een flits: probeer het zoveel mogelijk uit de weg te gaan of diffuus te maken. Binnen kan je dat doen door de glasgordijnen te sluiten.
Heb je kunstlicht nodig dan moet dat eveneens diffuus zijn, om het gezicht wat op te lichten kan je een reflector gebruiken of een tweede zwakkere licht opstelling.
Ga je binnen aan de slag, probeer je model in de buurt van een raam te positioneren zodat je gebruik kunt maken van het natuurlijke licht, of gebruik een flitser die je op een muur of laag plafond richt.
Bij een strak blauwe lucht controleer je vooraf met de witbalans (indien de camera daarmee is uitgerust) de kleur. Het gevaar bestaat dat anders vooral de schaduwpartijen een blauwe zweem krijgen.
Sowieso hoef je voor een goede foto niet per se een zonnige dag te hebben. Op dagen met hoge bewolking is het licht zachter waardoor je minder kans loopt of witte lichtvlekjes op het gezicht en de huid en je hebt minder last van donkere schaduwen, die dagen werken soms veel beter voor portretfotografie, zeker als je minder van de omgeving laat zien.
Rode ogen
Het fenomeen van de 'duivelse' rode ogen bij geflitste foto's wordt veroorzaakt doordat het flitslicht weerspiegeld wordt door het netvlies. Veel camera's verkleinen dit risico door de flitser verscheidene keren achter elkaar af te laten gaan. De pupillen verkleinen hierdoor en de rode oogjes verdwijnen in de meeste gevallen.
Rode ogen verwijderen
Als de personen op je foto's toch rode ogen hebben, kun je die eenvoudig verwijderen met een programma voor fotobewerking zoals Picasa. Als u wilt weten hoe eenvoudig het gaat, kijkt u hier: Rode ogen bijwerken.
Retoucheren
In een close-up vallen minuscule huidvlekjes veel sterker op dan in het dagelijkse leven, dus het is geen bezwaar om die een beetje te verdoezelen en ook dat kan in Picasa prima met retoucheren. Grotere vlekken moet je niet willen verdoezelen, want die horen bij dat gezicht.
Warmere huidtint
Vooral buitenopnamen of geflitste portretten kunnen onaangenaam bleek uitvallen en dan kan het effect “warmer maken” in Picasa uitkomst bieden. Samen met kleine retouches zou dit natuurlijke effect de sterke close-up van het verliefde stelletje aantrekkelijker maken.
Kleding
Donkere kleding contrasteert meestal mooi met de huid waardoor deze beter uit komt. Je kunt hier ook gaan voor contrasterende kleuren, felle kleuren bij een lichte achtergrond, etc. Kleding zegt veel over de persoon, maak het niet te formeel als dit niet nodig is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.